Uitgangspunt in de Biocidenverordening is dat een biocide vergund moet zijn voordat het op de markt mag worden gebracht of gebruikt. Dit gebeurt in twee opeenvolgende stappen. Eerst wordt de werkzame stof beoordeeld en goedgekeurd voor een specifiek producttype, mits aan de criteria wordt voldaan. De tweede stap is de goedkeuring van elk product dat de goedgekeurde werkzame stof(fen) bevat, bevat of vervaardigt.
Alle biociden die goedgekeurde werkzame stoffen bevatten, worden vóór registratie beoordeeld op veiligheid en werkzaamheid.
Bepaling van actief chloor |
Bepaling van natriumhypochloriet |
Bepaling van waterstofperoxide |
Bepaling van jodium en jodiumverbindingen (jodoforen, povidon-jodium) |
Benzalkoniumchloride |
Bepaling van 2-fenoxyethanol |
Bepaling van formaldehyde |
Bepaling van glutaaraldehyde |
Bepaling van chloorhexidinedigluconaat |
Bepaling van melkzuur en citroenzuur |
Bepaling van perazijnzuur |
Bepaling van alcohol (ethylalcohol, 1-propanol, 2-propanol (isopropylalcohol) |
Bepaling van bifenyl-2-ol |
Bepaling van 5-chloor-2-methyl-2H-isothiazol-3-on |
Bepaling van 2-methyl-2H-isothiazol-3-on |
Bepaling van N-(3-aminopropyl)-N-dodecyl-1,3-propaandiamine |
Bepaling van polyvinylpyrolidon |
Bepaling van natriumdichloorisocyanuraatdihyraat |
Bepaling van trichloorisocyanuurzuur |
Bepaling van o-Ftaalaldehyde |
2-Fenylfenol Bepaling |
Bepaling van zilver |